Tijdens de Raadsvergadering van 26 mei 2016 heeft raadslid Désirée Meijsen bij de behandeling van de Kadernota 2017 en de algemene beschouwingen een amendement ingediend voor structurele afschaffing van de hondenbelasting in Ermelo per 2017.
De hondenbelasting is naar de mening van de VVD-fractie een belasting die afgeschaft moet worden. Het is een oneerlijke belasting. Deze belasting dateert nog uit de tijd dat honden een werkfunctie hadden. Dat is al lang niet meer het geval.
Bovendien verdwijnen de opbrengsten, zo’n € 160.000,00 voor 2016, voor het grootste deel naar de pot algemene middelen. De gemeente kan dit geld voor alle mogelijke doelen gebruiken; de hondenbezitters zien er weinig van terug, behalve enkele uitlaatveldjes.
Bovendien zijn de bedragen die hondenbezitters voor het houden van een hond in Ermelo betalen zeer fors te noemen, namelijk € 64,50 voor het houden van een eerste hond, voor een tweede hond daar bovenop € 120,00, voor een derde hond € 194,00 extra en voor een vierde hond zelfs € 258,00 extra.
De kosten die de gemeente maakt voor hondengerelateerde zaken, zijn totaal niet in verhouding tot de opbrengsten.
Reeds 150 van de bijna 400 gemeenten in Nederland hebben de hondenbelasting inmiddels afgeschaft en dit aantal stijgt continu.
Verder is minister Plasterk bezig met plannen voor verruiming van het gemeentelijk belastinggebied, wat betekent dat de kleine gemeentelijke belastingen – zoals de hondenbelasting – waarschijnlijk afgeschaft gaan worden.
Als VVD willen wij niet wachten tot het Rijk een besluit hierover neemt.
Wij vinden dat de hondenbelasting Ermelo vanaf 2017 structureel afgeschaft moet worden.
Wat betreft de dekking (waar de wethouder tijdens de commissievergadering expliciet om verzocht heeft) vinden wij dat de verminderde opbrengsten gedekt kunnen worden uit de reserve Programmabegroting 2016 – 2019. Ermelo is immers een financieel gezonde gemeente en kan deze verminderde opbrengsten makkelijk dragen. Het financieel perspectief is tot 2020 positief.
De raad gaat over het gebruik van deze reserve.

Tijdens de Raadsvergadering werd duidelijk dat geen van de overige partijen het amendement voor afschaffing van de hondenbelasting mede zou indienen of zou steunen.
Het ingediende amendement luidde als volgt:

AMENDEMENT

Agendapunt 4 Kadernota 2017
Onderwerp: afschaffing hondenbelasting
De raad van de gemeente Ermelo, in vergadering bijeen op 26 mei 2016,

Overwegende dat
– de hondenbelasting een belasting van vroeger is, toen honden nog een werkfunctie hadden;
– de opbrengsten van de hondenbelasting (€ 160.000,00 per jaar) naar de pot algemene middelen vloeien;
– hondenbezitters weinig terugkrijgen voor de hondenbelasting, behalve enkele uitlaatveldjes;
– reeds 150 van de bijna 400 gemeenten de hondenbelasting hebben afgeschaft; dit aantal blijft groeien;
– het Rijk – in het kader van de verruiming van het gemeentelijk belastinggebied – bezig is met plannen voor afschaffing van de kleine gemeentelijke belastingen, zoals de hondenbelasting.

Van mening zijnde dat
– de hondenbelasting in feite een oneerlijke belasting is;
– de kosten voor het houden van een hond in Ermelo fors zijn, namelijk voor een eerste hond € 64,50, voor een tweede hond daar bovenop € 129,00, voor een derde hond € 193,50 extra en voor een vierde hond zelfs € 258,00;
– deze opbrengsten (€ 160.000,00 per jaar) niet in verhouding staan tot de kosten die de gemeente maakt voor hondengerelateerde zaken;
– de verminderde opbrengsten tot en met 2019 gedekt kunnen worden uit de reserve Programmabegroting 2016 – 2019.
– de plannen van het Rijk voor verruiming van de gemeentebelastingen, waaronder afschaffing van de kleine belastingen zoals de hondenbelasting, aantonen dat de hondenbelasting niet (meer) van deze tijd is.

Besluit
De tekst in de Kadernota op pag. 63 (onderdeel Hondenbelasting) te vervangen door de volgende tekst:

“de hondenbelasting wordt vanaf 2017 structureel afgeschaft. De verminderde opbrengsten worden tot 2020 gedekt uit de reserve Programmabegroting 2016-2019 (en vanaf 2020 eventueel uit de algemene middelen).”

Desiree Meijsen

Fractievoorzitter